Tussen ijs en sneeuw

 

Als wij bij kou naar buiten gaan,

doen we onze jasjes aan:

rood of groen, soms ook wel blauw,

lekker warm tegen de kou.

 

Kleine zeehondjes daarentegen

hebben één jasje slechts gekregen

en dat is net zo wit

als de sneeuw waarop hij zit,

 

zodat je hem misschien

niet eens zou kunnen zien,

als hij niet in zijn snoet

ogen had zo zwart als roet.

 

Zijn neusje en z'n mondje

vormen saam een derde rondje.

Meer kleuren heeft hij niet.

Dat is alles wat je ziet.

 

Later wordt zijn jasje grijs

een goede schutkleur op het ijs.

Anders dan bij kleine kindjes

die dragen juist heel felle tintjes,

 

zodat ze goed worden gezien

en het lekker warm is bovendien

als zij spelen in de kou

in hun jasjes, rood of blauw.

 

 

Illustraties, vrij naar voorbeeld van diverse prentbriefkaarten

© Joke van der Ark 2012

 

Versje  2